Over Loe Sjioe Kwan

De stijl: Shaolin Kempo

De naam zelf is een Japanse versie van Shaolinsu Chuanfa dat ‘ Shaolin-boksen’ betekent. ‘Kempo’ is een algemeen ingeburgerde uitdrukking in het Japans en duidt elk vechtsysteem aan dat met China verband houdt. .

Wij dragen een zwarte broek en een T-shirt. Als een examen succesvol wordt afgerond kan er een nieuwe band verkregen worden. De bandkleur geeft hun niveau aan. In de Kempo kennen we de volgende banden: wit, geel, oranje, groen, blauw, bruin, bruin I, bruin II en de zwarte band (1e dan). 

Tijdens de training leer je een scala aan technieken, inclusief voorwaartse trappen en mawashi geri’s en zijwaartse trappen. . In alle gevallen worden deze tegen de zwakke plekken van het lichaam van de tegenstander gegeven. Er zijn ook eenvoudige uitwisselingen van basistechnieken tussen oefenende paren. Combinatietechnieken verhogen de soepelheid en dit gedeelte wordt aangevuld met Aikidoachtige oefeningen. Een onderdeel van de les bestaat uit basistechnieken, het verbeteren van de Z-lopen, Saifa’s en Kruislopen, verdedigingen, kumite’s, afweringen tegen stok -, mes-, pols- en keelgrepen en nog veel meer. 

Al deze oefeningen worden gewoonlijk ingeleid met een afweer en dan een klap tegen de zwakke plek van de tegenstander. De instructies zijn veelal mondeling en er zijn nauwelijks geschreven handleidingen verkrijgbaar. Door een lichte klap op de juiste plek kan een beoefenaar de sterkste aanvaller verlammen of zelf knock-out slaan. Merkwaardig voor een systeem, dat verondersteld wordt op Shaolin gebaseerd te zijn, is de afwezigheid van de Chinese wapens bij de dagelijkse training. Gelukkig zijn de huidige leraren hiervan bewust en onderzoeken welke wapens er toch nog aangeleerd moeten worden om meer inhoud aan de Kempo te geven. 

 

Examen

Als alles volgens planning loopt, dat wil zeggen dat iedere Kempoka zijn best heeft gedaan om alle examenstof te beheersen, kan er in de meeste gevallen examen gedaan worden. Voor dat er examen gedaan wordt, dient de leerling eerst een soort proefexamen te doen. Daarna wordt besloten of er inderdaad een examen volgt. Het is niet zo dat de leerling die langer wacht het niet goed zo doet, neen, de stof moet gewoon goed beheerst worden. Vergeet niet wat je nu leert, moet je straks ook aan anderen kunnen overdragen. Daarom bepalen de leraren wanneer je examen doet. 

 

De geschiedenis van de school

Eind jaren zeventig begonnen, onafhankelijk van elkaar, Eddy van Ommeren en Mike Brenkman aan Kempo. Mike had gehoord dat er gevechtsporten werd gegeven in Overvecht, in Utrecht en Eddy kreeg van zijn broer Frank een schets op een stukje papier hoe hij er naar toe moest rijden. Een ding stond direct vast: deze gevechtsport zou ze nooit meer loslaten! .

Beiden aangetrokken door wat het te bieden had (gezondheid, doorzettingsvermogen, balans in je leven vinden, etc. etc.), begonnen wij dus in Overvecht waar alleen witte bandhouders trainden op de zaterdagmiddag. Alleen maandagavond trainden alle gekleurde banden bij elkaar. Van de groepen van geel tot en met de zwarte band trainden altijd apart in de wijk Pion te Zuilen in Utrecht. Als beginneling kon je dus alleen maar trainen, trainen en maar trainen. Onze eerste Kempoleraren waren bruine bandhouders met twee strepen op band. Zij moesten ervaring op doen voordat zij voor hun zwarte band examen gingen doen. Wij hebben les gehad van Hans Hesselman (de eerste Ninja leraar in Utrecht) en de heer van Essen. .

Nadat wij met goed gevolg de gele band hadden behaald, mochten wij met de “grote jongens” mee trainen. Hierbij sloot je het eerste belangrijke gedeelte van je leerproces af. Wat je aan het begin hebt geleerd, blijf je voor de rest van je gevechtssportleven gebruiken in alles combinaties en vormen die dan aangeleerd worden. Je leerde Z-lopen, Saifa’s en kruislopen. Daarnaast verdedigingen, kumite’s, mes-/stokverdedigingen, het loskomen uit allerlei grepen, sparren, harding en ademhalingsoefeningen. De trainingen werden zwaarder, het uithoudingsvermogen werd groter. .

Vanaf de gele band kreeg je dus les van Sensei van de Heuvel. Een leraar waar je tegen opkeek, je wilde ook zo goed worden. Later zelfs beter dan je leraar, de weg van Kempo. En toch jezelf blijven. Naast je examenstof leerde je deze ook in praktijk omzetten. Dit gebeurde door middel van sparren, het vrijvechten. . Het vrijvechten, in de volksmond ‘sparren’, was niet alleen je krachten meten binnen je eigen groep, maar tegen de alle gevorderden die dag aanwezig waren! Dacht je lekker jezelf bezig te houden met alle lopen die je kent, wordt de les stopgezet en zodra je naam genoemd werd moest je midden in de klas staan, er was geen weg terug. Natuurlijk was je zenuwachtig vooral als je tegenstander een “ goeie” was. Maar wat dan nog, hij is ook maar een mens. Ok, hij is snel en raakt je wat vaker, swa, dat betekende alleen nog harder trainen en terugkomen, mentaliteit. Sommige van die wedstrijd jongens hadden een behoorlijke reputatie, dat was dus even slikken. En pas als je gevraagd werd door de leraar, mocht je meedoen op de speciale wedstrijd-trainingen. .

Dat was op zich al een eer. Wat voor vechter je wordt is eigenlijk wat je jezelf aan eigen stijl aanleert. Kijk, het zijn dezelfde trappen en stoten die een ieder uitvoert, maar de combinatie, snelheid en je eigen stijl, die kunnen leiden tot een beter inzicht in de wedstrijd, hoe deze kan lopen en hoe die kan eindigen. Ook hier, leren incasseren van je nederlaag en ermee leren omgaan, maar ook plezier hebben van winnen zonder je tegenstander belachelijk te maken. Respect! Van winnen en verliezen moet je leren. Belangrijk is dat je blijft leren en vernieuwen. .

Nadat je van witte band na jaren de bruine band met 2 strepen had bereikt, moest je nog 1 jaar trainen voor je zwarte band. De laatste proef. Van wit naar zwart, begin en eind.

Toen onze groep, Eddy, Mike Brenkman, Reggie van Rijk en August Romo, examen moesten doen voor de zwarte band, waren de examinatoren, de hele groep zwarte bandhouders samen met de hoofdleraar, met ons in een aparte kamer. We zijn samen ongeveer 2 uren bezig geweest. Je mocht bijna geen fouten maken. Het was een fantastische ervaring! Niet alleen was je als 3 van de plus minus 30 overgebleven (August was van een oudere groep), je doel zwarte bandhouder te worden was bereikt. Echt we hadden alles gegeven. We waren allemaal te moe om er een feest van te maken. August bijvoorbeeld is een week ziek geweest, de uitputting nabij. . Na de zwarte band bleven we op de sportschool, net zoals onze leraar ook gedaan had. Nadat hij stopte met lesgeven, gingen wij door. Brenkman nam de financiële verantwoordelijkheid voor zijn rekening, zodat dat de andere leraren zich meer concentreerden op andere zaken binnen de club. Tot op heden hebben we nog veel plezier in het les geven, het begeleiden en coachen van de leerlingen. En nog steeds leren we, het is de weg van de Kempo.